Deporteren
Deporteren betekent dat je grote groepen mensen onder dwang wegvoert naar een plaats waar ze niet willen zijn.
In de Tweede Wereldoorlog voerde nazi-Duitsland massale deportaties uit. Er gingen vele transporttreinen naar de concentratiekampen. In die treinen zaten onder meer Joden, homoseksuelen, zigeuners en (geestelijk) gehandicapten.
Tussen 1942 en 1945 zijn door de Duitse bezetter ongeveer 107.000 joodse Nederlanders en joodse vluchtelingen weggevoerd. Hiervoor gebruikten de nazi’s kamp Westerbork in de provincie Drenthe. Dit kamp was in 1939 als Centraal Vluchtelingenkamp voor uit Duitsland gevluchte joden in gebruik genomen. In 1942 werd het een Durchgangslager, een tijdelijke verblijfplaats voor in Nederland levende joden. Ook 245 Sinti (zigeuners) en enkele tientallen verzetsstrijders werden van hieruit naar vernietigingskampen als Auschwitz en Sobibor gedeporteerd. Bijna iedere week vertrok op dinsdag de trein naar het oosten, in totaal 93 keer. Slechts circa 5.000 joodse gedeporteerden overleefden de oorlog.